De kracht van de avant-garde
26/01/2016
Door Paul Dujardin, Artistieke Directeur, en Sophie Lauwers, Verantwoordelijke Tentoonstellingen, van het Paleis voor Schone Kunsten (BOZAR, Brussel).
In 2016 verkent BOZAR in een reeks van 6 tentoonstellingen de betekenis en de erfenis van de avant-garde. In The Power of the Avant-garde gaan toonaangevende kunstenaars van nu, onder wie Luc Tuymans, William Forsythe en Jeff Wall, de dialoog aan met de ‘historische’ avant-garde van rond de Eerste Wereldoorlog. Kunst in Europe 1945-68. Facing the Future laat zien hoezeer kunstenaars aan weerszijden van het IJzeren Gordijn tot gelijkaardige kunstvernieuwingen kwamen, met o.a. Zero, het nouveau réalisme en de politieke utopie van 1968. De Avant-gardebewegingen van na de Tweede Wereldoorlog blijven overigens niet beperkt tot het Europese continent. De Gutai-beweging die in 1954 in Kyoto de kop opstak, legde de link met de Zero-beweging in Düsseldorf. Parallel aan A feverish Era in Japanese Art zijn sculpturen van Pablo Picasso te gast die onze kijk op beeldhouwkunst definitief veranderden.
Avant-gardekunstenaars brengen niet enkel vormelijk een revolutie teweeg maar springen ook maatschappelijk op de bres. In haar lezing schetst Sophie Lauwers verbanden tussen de twee grote tijdsvakken van de historische avant-garde. Ze gaat vooral in op twee tentoonstellingen die in februari 2016 openen: Theo Van Doesburg. Een nieuwe vorm van leven, kunst en technologie en Daniel Buren. Een Fresco. Met hun kleurvlakken heffen Van Doesburg en Buren – ieder in een ander tijdvak – de grens op tussen kunst en leven, het museum en de openbare ruimte.
Talen: NL / FR